Missie – visie – waarden

MISSIE

Het maatschappelijk doel van de VZW is statutair omschreven in Art. 3 van de statuten:

“De vereniging heeft tot doel de verbetering van het lichamelijk en/of psychisch welzijn van elke hulpbehoevende na te streven.”

Praktisch

Het centrum heeft tot doel de (re)integratie van onze doelgroepen te bevorderen in alle maatschappelijke contexten.

Dit betekent concreet:

  • Het optimaal begeleiden van de hulpvrager bij zijn/haar problematiek door het verlenen van ambulante hulp en instaan voor diagnostiek en/of behandeling en/of doorverwijzing
  • Het opstellen en uitvoeren van een multidisciplinair revalidatieplan op maat van elke hulpvrager die beantwoordt aan de doelgroepen van het centrum, zodat zijn/haar mogelijkheden maximaal kunnen ontwikkeld worden
  • De pedagogische ondersteuning aan het gezin van de hulpvrager, dat er om verzoekt
  • De samenwerking met personen en diensten die voor de hulpvrager dezelfde doelstelling nastreven

Daarbij wil het centrum prioritaire accenten leggen op:

  • De vroegtijdige revalidatie van kinderen op zeer jonge leeftijd
  • De revalidatie van kinderen en jongeren die omwille van hun stoornis of handicap het risico lopen op een onvoldoende of gebrekkige maatschappelijke integratie
  • Het benaderen van de hulpvrager met respect voor de eigen unieke identiteit en waarden
  • Het ernstig nemen van elke hulpvraag en deze in de mate van onze mogelijkheden beantwoorden

VISIE

Ons centrum wil:

  • een kwaliteitsvolle, wetenschappelijk gefundeerde, multidisciplinaire revalidatie (diagnostiek en behandeling) aanbieden
  • in de regio een toonaangevende rol spelen in de hulpverlening aan personen met een handicap of stoornis.

De visie van ons centrum bestaat in de overtuiging dat:

  • elke persoon intrinsiek voldoende mogelijkheden heeft om een integratie in de maatschappij te realiseren
  • deze hulpverlening in eerste instantie – en zolang als mogelijk – moet kunnen verstrekt worden op ambulante wijze: d.w.z. :
    – de hulpvrager moet in de eigen omgeving (gezin, school,…) kunnen blijven
    – de betrokkenheid en medewerking van deze eigen omgeving moet maximaal benut worden
  • de motivatie van de hulpvrager en/of zijn/haar omgeving belangrijk is voor een goede revalidatie.

WAARDEN

  • geloof in de unieke eigenheid van de hulpvrager en/in zijn omgeving
  • geloof in de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind of elke jongere
  • respect voor de culturele en filosofische waarden van de hulpvrager
  • respect voor de privacy van de hulpvrager en zijn omgeving
  • het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen hulpvrager en hulpverlener
  • vertrouwen in en wederzijds respect voor de deskundigheid en de betrokkenheid van onze medewerkers
  • geloof in het belang van een goede samenwerking van onze medewerkers
  • professioneel handelen, gekenmerkt door grote openheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid
  • continu streven naar verbeteren van de hulpverlening
  • continu verbeteren van de infrastructuur met een grote alertheid voor nieuwe ontwikkelingen

n